30 mei 2008

De chaos van Azie

De smalle straatjes zijn afgeladen vol met eettentjes, eetkraampjes en dronken Koreanen die vanuit werk rechtstreeks aan de sake zijn gegaan. Menig restaurant wordt opgesierd door een aquarium als winkelruit. Alles wat beweegt eet en wordt gegeten. Net de eerste mislukte poging achter de rug om in een restaurant eten te bestellen. Zelfs de jonge serveerster spreekt geen woord Engels. En helaas, helaas, geen kleurenplaatjes van alle mooie gerechten in deze eettent.

Grappig, het voelt zo vertrouwd. Seoul heeft veel weg van de Japanse en Chinese megasteden. En het geluk is me goed gezind: ik ben toevallig terechtgekomen in een traditionele wijk waar de chaos nog allesoverheersend is en de torenflats ver te zoeken.

Ik wijs naar een plaatje met iets wat lijkt op inktvisringen in een rode saus met groene groenten. De serveerster schudt resoluut nee en spreekt haar enige woordje engels van deze avond: "hot". Ik wijs nog een keer en wuif met m'n hand langs m'n wang, me tegelijkertijd ervan bewust dat gebaren als deze niet heel universeel zijn. De andere serveerster wijst naar een groepje Koreanen die het gerecht eten met sake, ter afkoeling...
Het oordeel blijft zoals het is, te heet voor mij. Met de nodige moeite weet ik uiteindelijk een soort van noedelsoep te bestellen. Onhandig klungelend met de eetstokjes - met ijzeren chopsticks heb ik nooit overweg gekund - komt de serveerster m'n noedelsoep uit de hete schaal in m'n bordje opscheppen. Mijn honger is te groot na deze lange dag met vliegtuigvoer: ik ga over op de lepel en vork.

Seoul is een bizar grote stad. Vanuit de lucht was het een enorm uitgestrekte pannenkoek. Alleen de uitgestrektheid gaat vreemd genoeg gepaard met een grote hoeveelheid hoge bebouwing, dat van bovenaf veel weg heeft van de Bijlmer. Maar dan 100 keer groter. Ik begin een beetje te begrijpen waarom er in Zuid-Korea stemmen opgaan om een nieuwe hoofdstad te bouwen. Seoul is onleefbaar geworden. Maar wauw, wat geweldig voor een toerist: de chaos van Azie!

12 mei 2008

Het Wilde Westen of het echte Nieuw Zeeland?

In Rotorua komt de rotte eieren lucht je van alle kanten aanwaaien. Net het stadje ingereden keken Nicky en ik elkaar nog verwijtend aan. Maar na tien minuten realiseerden we ons dat niemand in staat is zo’n ongelofelijke scheet te laten.

Rotorua, zover ik weet de officieuze hoofdstad van de Maori’s, draait evenals de meeste stadjes hier op toerisme. Buiten het seizoen, zoals nu in de herfst, toont het zich als een uitgestorven wilde westen-stadje. De kroegen zijn open, maar alleen een paar barkrukken zijn bezet. De hostels zijn vrijwel leeg. We slapen bijna alleen in slaapzalen met 6 tot 10 bedden.

De hosteleigenares, zelf een Maori, weet ons te vertellen dat bijna alle grond in de stad in handen is van Maori’s. Ze verbaast zich over de weinige Maori’s die een hotel runnen. Wat mij opvalt is dat de Maori’s vooral het laaggeschoolde werk doen.

De plaatselijke Supermarkt


Rondom Rotorua ligt een aantal Maori dorpen. Entree 25 dollar, inclusief show. Het Efteling gehalte is hoog. Nicky en ik besluiten de binnenlanden in te rijden, ver weg van het toerisme.

Na ruim een uur rijden door uitgestrekte productiebossen slaan we af op zoek naar een supermarktje. Plotseling blijken we echt in Maoriland beland te zijn. Geen blanke te bekennen, Nieuw Zeelander, noch toerist. Bizar, maar waar, de voorzieningen ogen vervallen, de huizen als woningen in de afgelegen steden van communistisch Rusland. In elke achtertuin staat een halve auto, de jongeren op straat hebben een pet of muts op hun hoofd en de kindjes kijken verlegen naar de twee vreemdelingen. De straathonden banjeren rond door de verlaten straten. Zo nu en dan komt een oude auto langs scheuren, harde muziek schalt door de ramen. Eindelijk, zeggen we tegen elkaar, zien we een deel van het echte Nieuw Zeeland, zonder de toeristische opsmuk.

Maori land


De teller van m’n kleine Toyota staat inmiddels tegen de 5.000 kilometer aan. Bergpassen, mooie uitzichten over valleien, baaien met mooie, lege stranden, dichte bossen en veel schapen, dat is Nieuw Zeeland. Maar op het Noordereiland is de invloed van de mens veel meer merkbaar. De Maori’s zetten hier zo’n 1250 jaar geleden eerst voet aan wal. Ongeveer 1000 jaar eerst Abel Tasman heel eventjes en later de Engelsen onder leiding van de legendarische captain Cook.

Klimkabouter Nickmans!


We maken een prachtige wandeling door de dichte bossen van het aangrenzende nationale park. Het park is deels in handen van Maori’s. Her en der zien we dan ook borden verschijnen om vooral niet van het uitgezette wandelpad af te wijken. Terug in Rotorua horen we over het land dat de blanken ooit van de Maori’s hebben ‘ontvangen’. Tot de dag van vandaag (meer dan 150 jaar later) zijn juridische gevechten gaande.

Strand bij de Bay of Isles in het uiterste noorden

Misschien helaas, maar zelfs dit prachtige land, ver van de problemen van de rest van de wereld, vol met vriendelijke en ontspannen mensen en een onuitputtelijke voorraad natuurlijke hulpbronnen, is niet zonder problemen. Maar een toeristenparadijs blijft het!

PS. voor meer spannende actiefoto's en leuke reisverhalen, check de blog van Nicky.

4 mei 2008

Op zoek naar de laatste Maori

Ik ben toch al aardig verwend de afgelopen jaren. Maar jee, wat is het mooi hier! Het land van Lord of the Rings bestaat echt... Na bijna twee weken Nieuw Zeeland en meer dan 3000 kilometer in m'n kleine, maar comfortabele huurauto'tje te hebben rondgetoerd, durf ik dat wel te concluderen.

Leegte. De regio Auckland heeft 2.000.000 inwoners, Nieuw Zeeland pak en beet 4.000.000. Het land is enorm. Van het zuidelijkste puntje naar het noordelijkste is iets van 2000 kilometer. Leegte dus. En ook leuk voor de gemiddelde kaaskop; het is enorm bergachtig. Gisteren wandelde ik nog op een vulkanische top in de sneeuw, eergisteren in m'n t-shirtje op het strand en vandaag in de herfstregens in Auckland.

Wat ben ik trouwens blij met onze Nederlandse steden. De steden zijn erg Amerikaans (niet dat ik ooit in de USA ben geweest, mjin bron: de televisie en plaatjesboeken). Brede wegen, geen autovrije centra, veel laagbouw, overal parkeerplaatsen, grote winkelcentra buiten de stad. Rond de steden strekken grote buitenwijken zich uit, met vrijstaande huizen, zes parkeerplaatsen per huis en mooie slingerende lanen met eikenbomen. Suburbia in meest prachtige vorm. Maar zou er van m'n levensdag niet willen wonen!

Wat betreft het uitgaan doet Nieuw Zeeland me aan Engeland denken. Op elke straathoek een sportsbars met schreeuwende televisies die elk fatsoenlijk gesprek onmogelijk maken. Veel Ierse pubs (ook met televisies) en op elk moment van de dag dronken figuren die lallend over straat zwalken. Niet geheel toevallig spreken deze lallende mensen ook nog eens Engels!

Nieuw Zeeland, was dat niet het land van de Maori's? Gek genoeg kan ik alle maori's die ik gezien heb op twee handen tellen. Ik heb me laten vertellen dat er zelfs geen volbloed Maori meer bestaat. Maar halfbloed Maori's zijn ook schaars. Ondertussen zijn wel alle nationale parken ingericht op de heilige gronden van de Maori's, gaan negen van de tien dorpjes door het leven onder een Maori naam, zijn hele wandeltochten uitgezet door de bossen van de Maori's en gaat de toeristenindustrie aan de haal met de Maori cultuur. Wel beetje schijnheilige bende zeg. En dat dansje met rugby vind ik in een keer ook een stuk minder leuk!

Terug maar weer naar de natuur, anders wordt het nog een negatief verhaal ook. Aan het lijstje door mij gespotte zeldzame diersoorten heb ik naast de huismus, eekhoorn en ree, de geelogige pinquins, heel veel schapen en een drietal zeeleeuwen toegevoegd. Echt supergaaf om die grappige pinquins de zee in te zien waggelen met op de achtergrond een rode zonsopkomst! Zeeleeuwen zijn vooral groot en minder lief, ze zijn berucht om hun agressieve houding naar opdringerige mensen.

Nog anderhalve week Nieuw Zeeland en dan op naar Australie! Ik heb een paar foto's op m'n flickr-site gezet: klik hier.
groeten!

22 maart 2008

foto's!

Vanuit Cairns (goh wat kan internet opeens weer snel zijn!), de foto's van het fantastische New Ireland!

Het hele eiland is omringd door prachtige stranden.


Op weg naar een kokosnoot?


Een hotel gebouwd met een eeuwenoude boom als basis. Wij sliepen op de derde verdieping!


De mooiste rivier die ik ooit heb gezien. (De IJssel is goede tweede ;-)


Speelparadijs, de hele dag in de golven duiken en rennen. Grappig genoeg hebben de kinderen totaal geen last van het scherpe koraal.


We luchten bij een familie die met z'n allen een huis aan het bouwen waren. Alles van materialen uit het bos. Echt ongelofelijk, wat een vaardigheid dat vereist!


Moederziel alleen op het strand aan het spelen. Kinderen in PNG zijn ontzettend zelfstandig (vanuit westers perspectief zouden we zeggen aan hun lot overgelaten, maar dat klinkt wat negatief, de PNG wijze van opvoeden heeft ook voordelen)


Jong geleerd, oud gedaan. Surfles voor Koen ;-)


Vanuit het vliegtuig zag ik deze fantastische rivier (okay, komt met stip op de derde plaats, net achter de IJssel)

20 maart 2008

Slotakkoord op New Ireland

Op vakantie in Papua Nieuw Guinea. Niet dat ik daar nu zo ontzettend aan toe was… in tegendeel, ik kan niet wachten om weer aan het werk te gaan na alle chaos in de provincie Simbu. Om mijn laatste weken in PNG met een goed gevoel af te sluiten, heb ik de afgelopen week gefietst in New Ireland. Samen met Joe, een Canadese volunteer. Lekker fietsen als mooi bruggetje op weg terug naar het Nederlandse leven.

New Ireland ligt ongeveer duizend kilometer naar het oosten vanaf het vasteland van PNG. Het is een langgerekt eiland, nog niet eens zo heel lang gelezen ontstaan doordat de stille oceaan hier onder de Australische plaat duikt. Het resultaat is ontelbare vulkanische eilandjes in een azuurblauwe zee. Op het eiland New Britain, even verderop, ligt het moderne Pompeij: Rabaul is in 1994 volledig weggevaagd door een reeks vulkanische uitbarstingen.

Ik wil niet in herhaling vallen, maar m’n woorden om alle mooie landschappen in PNG te beschrijven raken een beetje op. New Ireland is echt een paradijs! De geasfalteerde weg aan de oostkust slingert door een landschap van kokosbomen, regenwoud, tuintjes met dorpjes en vele kilometers van palmolieplantages. De witte stranden steken prachtig af bij de blauwe zee met kleurrijke vissen. Vanuit de begroeide heuvelachtige binnenlanden stromen kristalheldere koude riviertjes de zee in. Sommige riviertje stromen een heel eind parallel aan zee dwars door het strand.

Na alle drukte in de zeer dichtbevolkte highlands, is de rust en vreedzaamheid van de eilandbewoners een verademing. Kavieng is een slaperig stadje. Maar niet deze week! Zoals vroeger het rondtrekkende circus een heel dorp in beroering bracht, brengt de Doulos boot New Ireland in beweging. De 350 internationale jonge missionarissen trekken rond de wereld. Op het schip, twee jaar jonger dan de Titanic, geven ze kerkdiensten, verzorgen ze rondleidingen en runnen ze een (christelijke) boekwinkel. Het schip trekt enorme bezoekersaantallen.

Fietstend door de dorpjes worden we met groot enthousiasme ontvangen. Iedereen zegt gedag, zelfs volwassenen komen aanrennen om naar ons te zwaaien. De kinderen stellen zich in rijen op langs de weg voor een high five. In een van de dorpjes stond een schooltje zo’n 50 meter van de weg. Ik hoorde gezang door de ramen komen. Maar plotseling klonk vanuit vele keeltjes luid gejoel. Toen we uit het zicht waren verdwenen pakten ze het lied weer op alsof ze het nooit onderbroken hadden. Vele malen kwamen vanaf grote afstand kindjes aan gerend, zoals in de Tour de France fanatieke fans met hun favoriete renner de Alpe d’Huez op rennen. In volle sprint, al schreeuwend naar hun familieleden of vriendjes, probeerden ze op tijd bij ons te zijn. In sommige dorpjes kregen we zelfs bloemen om onze fiets te versieren. Wat een gastvrijheid!

In een van de mooiste guesthouses langs de kust, ontmoeten we Warren. Hij organiseert voetbalwedstrijden voor de jongeren op New Ireland. Vorig jaar is een competitie gestart tussen allerlei teams vanuit de stad en alle dorpjes. Warren heeft nu een wedstrijd gepland tussen de Doulos boot en een New Ireland team. Hij vraagt mij of ik mee wil voetballen met het PNG team.

De volgende maandag sta ik op veel te kleine kapotte voetbalschoenen als rechtsback in het PNG team. Als enige blanke voetballen we met allemaal lichtvoetige technisch begaafde voetballers tegen een team van reuzen. De eerste helft eindigt in 1-0 voor Doulos. Ik kan niet verder, overal blaren. Ik besluit de tweede heflt door te brengen met het drinken van jonge kokosnoten en het eten van rijpe papaja. De tweede helft krijgt het Doulos team steeds meer moeite met de enorme hitte. New Ireland wint uiteindelijk met 2-1!!

Vrijdag vlieg ik naar Cairns: Het einde van mijn PNG avontuur. Gemengde gevoelens, maar blij dat ik zoveel mooie avonturen heb mogen meemaken. En ook eerlijk heel blij om binnenkort weer in NL rond te stappen!

PS. zet in Australie mooie foto's op de site

1 maart 2008

Wat ik allemaal ga missen…

Vanochtend met Richard (Engelse volunteer) en Joyce (vriendin van Richard’s vriendin) op bezoek bij de familie van mijn huisbaas geweest. De weg van Kundiawa naar Mingende is zo mogelijk nog slechter dan ruim een maand geleden. Overal aardverschuivingen en gaten in de weg.

“Mr. Koen, mr. Koen, ohh, mr. Koen”; Parak, de neef van huisbaas, komt vreugdevol op me afrennen. Ik kom afscheid nemen. De twee gezinnen wonen paradijselijk mooi. Twee huizen en twee haus kuk omringd door bomen en tuinen. Er heerst een serene rust; wat een verschil met het altijd drukke Kundiawa.

De tuinen lopen langzaam over in de bus, het halfnatuurlijke bos dat de meeste highlanders bezitten. Uit de bus halen ze hout, medicijnen, vogels en kleurstoffen. We wandelen naar de limestone groeve in eigendom van het gehele dorp. Bovenop de berg is het uitzicht adembenemend mooi. De vallei strekt zich uit van de Western Highlands dwars door Simbu tot aan de Eastern Highlands. Bos, tuintjes, huisjes en dorpjes vormen een lappendeken. In de verte richt de machtige Mount Elimbari zich op. De tweede berg van PNG is meestal in wolken gehuld, maar vandaag toont hij zich in volle glorie.

Ik heb foto’s meegebracht van mijn vorige bezoek. Dolenthousiast bekijkt de familie zichzelf. Wat een raar idee dat dit de laatste keer dat ik deze geweldige mensen in deze mooie omgeving zal zien. Dinsdag vertrek ik naar Madang. Na een exit interview en nog wat tripjes in PNG vertrek ik over drie weken naar Australië en Nieuw Zeeland. Nu ik besloten heb, gaat het na een aantal weken twijfel ineens erg snel.

M’n werk is totnogtoe niet helemaal geweest wat ik er van verwacht had. Eigenlijk heb ik niet eens de kans gehad te werken. Zo langzamerhand heb ik geen energie meer om te wachten tot dit veranderd. Ik voel me ook niet helemaal op m’n gemak in PNG. De sfeer is bijzonder. Het is ontzettend druk in dit kleine stadje. Mensen zijn zeer emotioneel en vaak licht ontvlambaar. Door wat (kleine) incidenten voel ik me niet helemaal veilig. Dat kost ontzettend veel energie. De acceptatie van geweld is groot in deze primitieve samenleving, die de laatste jaren in toenemende mate aan moderne invloeden bloot gesteld wordt.
Als ‘waitman’ ben ik ook altijd anders. Hoewel er wel sprake is van een gewenningsproces, blijf ik het moeilijk vinden. Mensen staren en kinderen roepen ‘mastaman’ of ‘waitman’. Deuren gaan open die voor andere gesloten blijven en bij de uitgang van de supermarkt wordt mijn tas niet gecontroleerd.
Veel mensen kennen m’n naam, ik blijf meestal in gebreke. Omdat de veiligheid van volunteers deels afhangt van de manier waarop we integreren, voel ik een continue sociale druk.

Al met al gemengde gevoelens. Naast de mindere momenten, besef ik hoeveel ik Simbu ga missen. De vriendelijke mensen, het ontspannen leven van PNG, het altijd verse eten, de leuke volunteers en het elke dag wel iets bijzonders meemaken. Papua’s zeggen met enige trots en niet voor niets over hun PNG: “the land of the unexpected: expect the unexpected”. Ik ben blij dat ik PNG met een positief gevoel kan verlaten.


PS. Ik zal binnenkort wat meer foto's op de site zetten!

19 februari 2008

Ansichtkaarten van Rampi


Soms denk ik wel eens dat alle ansichtkaarten nep zijn. Het werk van handige fotobewerkers. Net als alle paradijselijke foto’s in vakantiefolders. Na het weekendje in Rampi weet ik dat niet meer zo zeker.


In de verte dobbert een kano. De dorpsbewoners vissen met traditionele pijl en boog. De oceaan is diepblauw, het water helder. Het koraal biedt een schuilplaats aan talrijke vissen, kreeften en zeesterren. De bomen reiken vanaf de kust de zee in. Hun takken bieden als natuurlijke duikplanken veel spektakel. De duizenden eilandjes voor de kust markeren de overgang tussen de ondiepe baai en een diepe trog.


Vrijdag zijn we met de nieuwe volunteers als onderdeel van de introductietraining naar het dorp aan de noordkust gereden. We verblijven bij Herman en zijn familie. De mensen zijn ontzettend aardig. Het leven rustig en vreedzaam. In tegenstelling tot de highlands zijn aan de kust geen stammenoorlogen. De mensen zijn laidback.


Zaterdagmorgen maken we een wandeling door de tuinen van Rampi. Het dorp bezit een grote hoeveelheid grond. Elke familie bezit naast een (mini)plantage ook een grote groentetuin. Het geld wordt verdiend met kokosnoten, cacao en buai. Handelaren uit de highlands kopen de producten op.


Ik vraag me wel een beetje af waarom we hier als westerlingen ontwikkeling komen brengen. De leefstijl van Papua’s is duizenden jaren oud. Er is voldoende eten, rust en geen westerse problemen. Misschien is er alleen hulp gewenst in de gezondheidszorg. Zo heeft Benol, een jongetje van een jaar of zeven, een ontstoken teen. De teen is drie keer zo dik als normaal. Hayley, een Engelse fysiotherapeute maakt de teen schoon, voor zover mogelijk. Een geïmproviseerde schoen van een plastic zak moet de teen de komende periode schoonhouden. Volgens Hayley is de wond is al zo verwaarloosd, dat de kans groot is dat de teen er vroeg of laat af valt. Het jongetje laat geen traan en hinkt vrolijk weg.


Als afscheidsmaaltijd eten we zondag vers gevangen kreeft en gefrituurde witvis. Wat een feestmaaltijd! Verlegen schuiven Herman’s vrouw Eli en dochter Julie aan, misschien niet gewend om met ‘waitman’ te eten. Na afloop van het eten is het tijd voor een wederzijds dankwoord. PNG heeft een enorme toespraken cultuur. Iedereen komt uitgebreid aan de beurt. Omdat ik van de volunteers als enige een beetje Tok Pisin spreek, mag ik de familie toespreken.



Vanuit het raam van de bus zie ik het dorpje verdwijnen. We stappen weer uit het leven van deze gastvrije, lieve en energieke mensen. Wat een fantastisch weekend!

14 februari 2008

Mijlenver van huis

Het geluid van de branding is rustgevend. Misschien omdat de zee al miljoenen jaren tegen het land aanbotst. Een krab probeert op de rotsachtige kust te klimmen. Ik zit op mijn favoriete plek. Wat een uitzicht! Onder me krioelen kleurrijke vissen. Voor me strekt de oceaan zich uit. Naast me ligt The Alchemist van Paulo Coelho.

Ik ben terug in Madang. De komende twee weken staan in het teken van een in-country oriëntatietraining (ICO). Boeiend te merken hoeveel ik na twee en een halve maand al heb opgepikt van de cultuur, gebruiken en taal. De ICO is dan ook vooral een gezellig weerzien met de VSO staf en de volunteers uit Madang.

Simbu is ver weg. De bergachtige, ruige provincie lijkt mijlenver verwijderd van de toeristische Madang Lodge. Via de telefoon verneem ik dat de situatie in Kundiawa rustig is. De vorige directeur is terug op zijn plek. Ik vermoed dat hij de oude sloten heeft teruggeplaatst. Afgelopen donderdag heeft de rechtbank in de beroepsprocedure besloten dat zijn benoeming wel degelijk legaal was. Vanuit de nationale overheid is er een hoge ambtenaar gestuurd om het provinciale apparaat (weer) aan het werk te krijgen.

Gisteren mijn toekomst besproken met Barbara, de programmamanager van VSO. We hebben besloten nog 1 maand aan te kijken hoe de situatie zich zal ontwikkelen. Daarna besluiten we of ik in Simbu blijf. Plan B is dat ik ergens anders in PNG aan de slag ga. Plan C denk ik nog maar even niet aan.

Langzamerhand ben ik gewend aan leven in het buitenland. Ik mis Nederland veel, maar ik heb voor mezelf een manier gevonden om daarmee om te gaan. Jullie mails en reacties zijn daarbij trouwens onmisbaar. Wat een verschil met 70 jaar geleden toen de missionarissen zonder internet of telefoon de bergen van PNG introkken. Even een tripje Madang en een verblijf in de Lodge zat er voor hen niet in...

5 februari 2008

Baas boven baas

Afgelopen weken waren onrustig. De chaos concentreerde zich rond het provinciegebouw. Was ik daar niet aan het werk? Zeker, dat is wel de bedoeling. Maar nu even niet.

Spelende kinderen in skelet van huis in Mingende

Vorige week dinsdagochtend raakte de aanhang van de twee strijdende directeuren slaags. In PNG gaat dat gepaard met grof geweld en rondzwaaiende bush knives. De politie schoot in de lucht om de vechtende partijen te scheiden. De bewakers hielden de even daarvoor ontslagen ambtenaren buiten de poort. Veel meer was er niet voor nodig om een massale vechtpartij te laten ontstaan.

Ik ben verder veilig. Wel ben ik nauwelijks nog in of rond het provinciekantoor te vinden. Niet in de laatste plaats omdat op het moment toch niemand werkt.

In het stadje gaat het leven gewoon door. Luttele uren na de rellen ben ik naar de bank gelopen. Ik moest dwars door de mensenmenigte, maar m’n geld was op. Er stonden trouwens ook veel bekenden. De verleiding was groot om naar de laatste nieuwtjes te vragen. Maar ik moest oppassen voor het ‘verkeerde plaats, verkeerde tijd’ principe. Elk moment kon de vlam weer in de pijp slaan. Ik liep dus maar zo snel mogelijk door!

Mijn huis in Papuan Compound

Het wachten is nog altijd op een besluit vanuit Port Moresby. Wie mag zich waarnemend directeur noemen? Al twee jaar sleept deze kwestie zich voort. Doordat ook nu weer het besluit lang op zich laat wachten, neemt de spanning toe. Het gevolg is dat de provincie wederom negatief in de krant komt. Geen hulporganisatie of ondernemer is op deze manier nog bereid een Kina in Simbu te investeren. De mensen zijn de dupe.

Afgelopen donderdag hebben de betrokken partijen een veelzeggend compromis gesloten. Het was een ware Poolse landdag met de gouverneur, de directeur, de net ontslagen managers en de even daarvoor aangestelde managers. De uitkomst was wonderwel dat niemand meer naar het werk zou gaan. Alleen de afdeling educatie en de afdeling financiën mochten blijven werken. De afdeling financiën valt rechtstreeks onder de nationale overheid. En de afdeling educatie is ontzettend druk, omdat het schooljaar in de startblokken staat.

Gisteren is een aantal ambtenaren weer aan de slag gegaan. Blijkbaar was dat de afspraak. Het had bizarre taferelen tot gevolg. Zo waren de (onwettig) ontslagen en de nieuw aangestelde manager van Provinciale Zaken beiden op kantoor. De afdeling Planning en Beleid was daarentegen geheel stuurloos. Niet dat het overigens veel uitmaakt. De meeste ambtenaren doen in deze schimmige situatie toch niets. Of dat ze nu thuis zitten of op kantoor doet daar weinig aan af.

Het wachten is tot Port Moresby verduidelijking gaat geven. Ik heb geen flauw idee wanneer dat gaat gebeuren. “Vanmiddag komt er bericht”, aldus het roddelcircuit, dat elke dag de gemoederen flink bezig houdt. Volgens de gouverneur, die ik vanochtend sprak, gaat het nog één tot drie maanden duren. In het gunstigste geval. Ik zal de complexe benoemingsprocedure niet herhalen.

John en Grace, de oom en tante van mijn huisbaas

Inmiddels heb ik in overleg met VSO besloten dat mijn placement herzien moet worden. Werken voor de provincie Simbu gaat gewoonweg niet in deze situatie. Ik weet niet wat de toekomst gaat brengen. De eerste optie is dat ik ander werk ga doen in Kundiawa. Een tweede optie is dat ik naar een andere provincie verhuis. De derde optie is dat ik helemaal vertrek uit PNG. Zaterdag vlieg ik voor overleg naar het VSO kantoor in Madang.

Gelukkig kan het altijd slimmer, aldus de heerlijk relativerende Overijsselse wijsheid. Alle VSO’ers zijn vorige week uit Kenya geëvacueerd. Hun veiligheid kon niet worden gegarandeerd. Dat is even een enorme omschakeling. Van twee jaar Kenya ineens terug naar de Hollandse winter. Hopelijk voor de Kenyanen en de VSO’ers, is het geweld daar sneller voorbij dan in Simbu.


PS. leuke foto's hè?

1 februari 2008

Barbara

De rivier buldert. Het regenseizoen laat overal zijn sporen achter. De auto baant zich een weg door de modder. Zonder 4-wiel aandrijving kom je niet ver in Gembogl. Barbara’s grond ligt tegen de berghelling en strekt zich uit van de rivierbedding tot aan de top. Het dal is hier steil en smal waardoor het zicht niet verder reikt dan de met gras en bomen bezaaide berg aan de overkant.

Oom met huisgemaakte sjek

Vandaag is een belangrijke dag voor Barbara. Ze organiseert een grote mumu. Een mumu is de traditionele feestmaal in PNG. In een kuil worden vuurhete stenen gelegd. Daarboven komt een laag groenten, zoete aardappelen, groene bladgroenten, pompoen. Bananenbladeren dekken de groentelaag af. Versgeslachte varkens compleet met kop en ingewanden komen hier bovenop. Flink wat water op de stenen en wederom bananenbladeren sluiten het geheel hermetisch af. De komende anderhalf uur stoomt het eten heerlijk gaar.

Mmm, spareribs


Barbara is programmamanager Participation & Governance bij VSO. Ze organiseert de plaatsing van volunteers bij diverse werkgevers. Daarvoor onderhoudt ze contacten met allerlei organisaties in PNG en met de wervingskantoren van VSO, onder andere in Engeland en Nederland.

Barbara aandachtig luisterend naar de speech van de bigman

Bijna 20 schapen zijn geslacht. Deze worden verdeeld over de clangenoten. Hiermee eert Barbara haar tien jaar geleden overleden moeder. Tegelijk onderstreept ze hiermee haar voorname positie in de stam. Na meerdere jaren weg geweest te zijn om carrière te maken, bereidt ze zich nu voor om zich over enkele jaren definitief in haar geboortestreek te vestigen. Ze zal de eerste vrouw worden die de positie van bigman (burgemeester of opperhoofd) vervult. Met een bijzondere wilskracht, sociale bewogenheid en intelligentie heeft ze veranderingen teweeg gebracht, die nog niet zolang geleden in de samenleving van de hooglanden ondenkbaar leken.

Het eten is uitgestald op de grond. Er zijn vier grote stapels vlees en groenten, waarvan twee stapels vergezeld gaan van een grote hoeveelheid briefjes kina’s. De hele clan heeft dit geld bijeengebracht. Nadat een pastoor een toespraak heeft gehouden en het eten en de aanwezigen heeft gezegend met water uit een gebruikt spriteflesje, neemt Barbara het woord. Ze geeft de grootste stapel eten met veel geld aan de familie van haar moeder. Met luide huilende kreten komen de vrouwen naar Barbara om haar te omhelzen.

De verzamelde kina's voor de familie van Barbara's moeder

Als blanke VSO’ers is het een grote eer om hierbij aanwezig te zijn. Daarom is het enigszins een vreemd gevoel dat Cathelijne, Maarten en ik uitgebreid worden bedankt voor onze komst. We krijgen ook nog eens een van grote stapels eten. En een briefje van 50 Kina om onze busreis van en naar Kundiawa te bekostigen. Weigeren kan beslist niet.

Nadat de grote stapels vlees en groenten zijn verdeeld, wordt de rest van het eten verdeeld over de clan. Dat is niet eenvoudig, het vergt een grote organisatie en een secure boekhouding. Bananenbladeren zijn uitgespreid over de grond. Aan twintig stokken hangen de briefjes met de namen van de families. Nu verdeelt een aantal mannen het eten, beetje bij beetje. Het duurt ruim een uur voordat alles volgens de juist wijze is verdeeld. Niemand mag tekort komen en iedereen krijgt zijn deel naar rato van zijn bijdrage en belangrijkheid.

Het eten wordt verdeeld over alle families

Dit is het einde van de bijeenkomst. Iedereen verzamelt zijn deel van het eten in de bilum en keert terug naar huis. Samen eten is geen onderdeel van de cultuur. Thuis wordt het varken opgebakken en de groenten gekookt.

28 januari 2008

Een willekeurige maandagmorgen

Ik heb de maandagochtend editie van de Post Courier voor me liggen. Papua Nieuw Guinea is één van de slechtste landen om een bedrijf te starten. Dat is de uitkomst van een onderzoek van de Wereldbank. Zelfs in vergelijking met Afrikaanse landen komt PNG er slecht uit. Eén van de belangrijkste oorzaken is corruptie. Alles en iedereen lijkt corrupt hier.

Ik sla de pagina om. De ondernemers in Kundiawa hebben schoon genoeg van de vele stroomuitval, de dagelijkse afsluiting van het water en de verstoringen op het telecommunicatie netwerk. De nieuw leven ingeblazen Kamer van koophandel heeft een vertegenwoordiger van het overheidsbedrijf Telikom uitgenodigd om hun vergadering bij te wonen. Maar helaas, niemand kwam. De voorzitter van de Kamer vertelde me vorige week dat hij weinig kans ziet op een samenwerkingsproject, zolang de overheid geen basisvoorzieningen levert. Daar gaat mijn idee.

Vandaag of morgen is er een rechtszaak. Hamvraag is wie de voormalige baas tijdelijk mag opvolgen, de baas die door hetzelfde gerechtshof twee weken geleden uit zijn functie is gezet (zie Strijd in de ambtelijke arena) In het provinciekantoor is het nog steeds chaos. De met een coupe binnengekomen illegale baas heeft vandaag bekend gemaakt dat hij ongeveer 20 hooggeplaatste mensen vervangt. Mijn afdelingshoofd kan vertrekken. Alle hoofden van de zes districten mogen eveneens vertrekken. In de plaats van deze groep, stelt hij zijn eigen mensen aan. Dat zijn de mensen die al een tweetal weken rondhangen op het provinciekantoor, aasgieren zou je kunnen zeggen.

Ik probeer een aantal mensen op kantoor te treffen om projecten te bespreken. Ik tref weinig collega’s aan. Een deel is bezig om het schoolgeld voor hun kinderen te organiseren en de kinderen naar school te brengen. Een ander deel is nog steeds niet op het werk vanwege de chaos. Alleen de directeur van ‘Jeugd, vrouwen en gemeenschapsontwikkeling’ tref ik aan. Hij vraagt me morgen terug te komen, in afwachting van een nieuwe rechterlijke uitspraak. Op het lijstje van de baas zie ik dat ook hij ontslagen is.

Naar huis maar weer dan. Wederom vroeger dan verwacht. Het was een zware ochtend. Helaas maar waar, voor Simbu is het een willekeurige maandagmorgen. Toch kan ik er nog niet aan wennen. Werken bij Regio Twente was niet altijd even gemakkelijk, maar in vergelijking tot Simbu …

Morgen maar weer eens kijken wat de dinsdagochtend brengt.

25 januari 2008

Ik sla mijn vrouw

Gisteravond kwam ik laat terug van hotel Mount Wilhelm. Zoals gebruikelijk zat op het pleintje even voor mijn huis een jonge vrouw met haar kleine kinderen. Voor een winkeltje verkoopt ze elke dag buai en sigaretten. Zo sprokkelt ze nog wat broodnodige kina’s bij elkaar. Overdag verzamelt zich altijd een grote groep mensen voor het winkeltje. Niet om iets te kopen, de luiken zijn meestal gesloten. Ze kaarten om geld. Het schijnt een nationale verslaving te zijn. Het is in ieder geval tijdverdrijf nummer één.

Kundiawa 'by night' vanaf m'n huis


Ditmaal kwam een mij onbekende man van een jaar of 35 op me af. Naast hem en de verkoopster met twee van haar kinderen was er niemand. De man bleek ook in Papuan Compound te wonen. Na de gebruikelijke oppervlakkige praat (you bilong we? you go antap Mount Wilhelm? you laikim Simbu?), vertelt Albert dat hij net uit de cel komt. Hij was veroordeeld voor 18 maanden, maar is om een of andere reden al na twee maanden vrij gekomen.

Onverwachts vertelt hij ook de reden van zijn gevangenschap: hij sloeg zijn vrouw en moeder. Ik weet even niet hoe te reageren. Ik besluit hem rustig zijn verhaal te laten vertellen. Huiselijk geweld komt veel voor in PNG. Cultuur en tradities verdwijnen snel volgens Albert. De man staat in de traditionele Melanesische samenleving nu eenmaal boven de vrouw. Maar de wetgeving laat geen ruimte meer voor deze hiërarchie. Als een vrouw vreemd gaat, heeft een man het recht zijn vrouw te slaan. Maar tegenwoordig, draait de man de gevangenis in.

Ik weet even niet hoe te reageren. Ik heb het al vaker meegemaakt, dat mannen openlijk over de onderdrukking van hun vrouw praten. Meestal negeer ik het. Nu heb ik het gevoel dat wanneer ik niets zeg, het lijkt alsof ik instem met zijn daden. Ga ik met hem in discussie, dan distantieer ik me van de cultuur en tradities in Papua Nieuw Guinea en breng ik Albert in verlegenheid. Dat is voor mijn integratie en veiligheid weer geen verstandige keus.

Uiteindelijk besluit ik uit te leggen hoe ik erover denk, vanuit mijn cultuur. Dat ik mijn vrouw niet zou slaan als ze vreemd zou gaan. Dat mannen en vrouwen in Nederland in principe gelijk zijn (althans zouden moeten zijn). Albert brengt hier tegenin dat hij een bruidsprijs heeft betaald voor zijn vrouw. Dus dat hij het recht heeft haar te slaan. Ik vraag hem, wat het verschil is tussen materiële bezittingen als een auto of varkens en een vrouw. Hij reageert niet echt.

Vanuit mijn ooghoeken zie ik de jonge verkoopster en een oudere vrouw, die is aangeschoven om buai te kauwen, instemmend knikken. Ze zeggen echter niets. Uit respect voor de waitman of uit ontzag jegens Albert? Ik weet het niet. De gelijkheid tussen man en vrouw lijkt nog ver weg.

Twee vrouwen uit de buurt op oudjaarsdag

20 januari 2008

A real PNG experience

Ongemakkelijk en enigszins verlegen schuifel ik op en neer op het kerkbankje. Wegduiken heeft weinig zin: ik ben twee koppen groter dan de gemiddelde kerkganger in dit gezelschap. Waren zonet al niet alle ogen op de enige ‘waitman’ gericht, dan is het nu zeker het geval. Wij danken de VSO volunteer, voor zijn aanwezigheid te midden van ons. We danken hem en klappen drie keer: 1, 2, 3. De voorganger spreekt meermalen deze woorden in Tok Pidgin uit. Aan het begin én aan het eind van de kerstdienst.
Gelukkig ben ik na vijf weken PNG redelijk gewend geraakt aan starende blikken. Alle aandacht vind ik wat overdreven. Net alsof ik belangrijker ben dan de vele andere aanwezigen?!

Ook in PNG hebben traditionele gebruiken zich vermengd met het Christendom. Tijdens de kerstdienst dansen en zingen kinderen in inspirerende klederdracht gestoken. (Helaas, helaas, mijn fototoestel lag thuis). Op hun hoofd prijken kleurrijke, hele vogels en grote veren. Hert hoofddeksel is zo zwaar en warm dat één van de kinderen het halverwege de dienst begeeft.

Nog geen minuut na het einde van de katholieke kerstmis in Gembogl stallen vrouwen hun lokaal gekweekte eet- en rookwaren uit. Ieder moment wordt aangegrepen om enkele kina’s te verdienen. Gembogl beschikt over de rijkste agrarische gronden in Simbu. Het landschap is in dit deel van de provincie ongelofelijk bergachtig en daardoor erg lastig te bereiken. De boeren (en dat is iedereen in Simbu) kunnen hun waren lastig naar de markten vervoeren. Zeker nu de enige weg al sinds 2000 geen onderhoudsbeurt heeft gehad. Ter vergelijking: een gemiddeld bospad in Nederland is beter begaanbaar. Vele boeren produceren dan ook voor zelfvoorziening. Er is altijd voldoende eten. Familie- en clanleden ondersteunen elkaar. Helaas levert deze levensstijl geen kina’s op. Geen geld dus voor schoolgaande kinderen, een onverwachts bezoek aan het ziekenhuis of de aanschaf van niet dagelijkse goederen.
Daarover later meer.

Terug naar het kerstverhaal. Ik was maandagochtend vroeg opgehaald door Barbara. Met een volgeladen auto zijn we naar het noorden gereden. Na ongeveer 500 meter is het einde asfaltweg. We zijn Kundiawa nog niet uit. Onderweg even pauze om de waterfles bij te vullen met vers bronwater. Ik koop pinda’s. Nooit geweten dat pinda’s met meerdere aan een takje zitten. Ook nooit geweten hoe bananen precies groeien, of doperwten bijvoorbeeld. In PNG leer ik ineens hoe voedingsmiddelen eruit zien voordat ze verpakt worden en in de schappen belanden.

Stephen, weer nuchter

Na ongeveer twee uur hobbelen worden we tegengehouden door een groep dronken jongeren. Het blijkt Stephen te zijn. De zoon van Peter: mijn gastheer deze kerstdagen. Hij is vanochtend vroeg al aan de stim* begonnen met om klokslag half twaalf zijn ongelofelijk beschonken toestand als resultaat. Zodra hij door heeft dat de auto volzit met bekenden, barst hij in tranen uit. Hij loopt naar Barbara en omhelst haar. Daarna stapt hij op de bestuurder af. “Sori, sori, sori, mi spak*” stamelt hij beschaamd. Hij pakt mijn hand en probeert me recht in de ogen te kijken. “Koen, tomoro mi spikim to yu, nau mi spak. Sori. Mi rispect yu, long wanem mi no spikim to yu nau”, walmt hij in m’n gezicht. Ik knik begrijpend en beantwoord zijn warme welkom.

Na het onverwachtse welkomstritueel lopen David en ik bergopwaarts naar het huis van Peter en Clara. David is de oudste zoon van Ben en Salume. Barbara heeft hen gevraagd op mij te passen in Kundiawa. Ze wonen niet ver bij me vandaan. Salume brengt geregeld groente mee. En ze knuffelt me zoals m’n oma dat vroeger ook deed, lekker klef.

Clara kookt in het haus kuk

Het huis bestaat uit drie afzonderlijke gebouwtjes. Allereerst, het meest degelijk, de ‘haus kol’. Hierin bevinden zich de slaapvertrekken en woonkamer. Tien meter verder de berg op heeft Peter een ‘haus kuk’ gebouwd met traditionele bushmaterialen: hout en allerlei soorten gedroogd gras en gevlochten bamboe. De ‘haus kuk’ functioneert als keuken en als slaapplek voor Stephen. Clara kookt iedere dag op vuur de gezinsmaaltijden. ’s Ochtends meestal in olie gebakken plakken zoete aardappelen. ’s Avonds allerlei groenten van het land, met wat rijst of zoete aardappelen geroosterd in de as van het vuur. Nog weer tien meter steil bergopwaarts is de ‘haus pekpek’, of ‘smolhaus’, het toiletgebouwtje. Een gat in de grond met twee planken en tientallen vliegen markeren het richtpunt voor je behoefte. Een blauw wapperend zeiltje verzekert me van enige privacy.

’s Nachts naar het haus pekpek is geen pretje. Echte duisternis zoals dit heb ik nog niet vaak meegemaakt. Het is regenseizoen, de wolken verbergen de maan en sterren. In mijn bed probeer ik het verschil te zien tussen m’n ogen open en m’n ogen gesloten. Ik merk het niet. De regen maakt de paden in Peter’s tuin modderig en glad. Mijn voornemen een deel van de route naar de hoogste top in PNG (Mount Wilhelm 4509 meter) te wandelen valt dan ook in het water. Veel verder dan het marktje bij de eerst volgende brug over de Wara Simbu* kom ik niet.

Uitzicht op de wara Simbu in Gembogl

Op tweede kerstdag is Barbara erg ziek. Ze denkt dat ze Malaria heeft. Ben besluit naar Kundiawa te rijden, naar het ziekenhuis. Ik duik ook de auto in. Een helse tocht volgt. De weg is zo mogelijk nog slechter dan op de heenweg. Opgepropt in Ben’s Suzuki zit ik met Salume, David en kleinste zoontje John op de vloer in de achterbak. Barbara en Ben zitten voorin op de enige twee stoelen. Onderweg haalt Ben flesjes SP bier* om de tocht wat aangenamer te maken. Zo rijden we al schuddend door het donkere berglandschap. Ben kijkt achterom en zegt lachend: “This is a real PNG experience for you!”


* stim = sterke alcohol thuis gebrouwen met fruit of kokosmelk. Nog het meest te vergelijken met wodka, alleen dan sterker. Papua’s mixen het vaak met cola. Echte alcoholisten drinken het puur. Een halve liter kost zo’n euro op de illegale marktjes.
* spak = dronken
* long wanem = daarom
* Wara Simbu = de Simbu rivier. Stroomt vanaf Mount Wilhelm door Gembogl naar de zuidelijker gelegen Waghi rivier.
* SP bier = PNG’s grootste bierfabrikant. Heeft afgelopen jaar de eerste prijs gewonnen als beste bier van de Pacific. Nu weet ik niet wat de concurrentie was, maar eerlijk is eerlijk, het is erg goed te drinken.

16 januari 2008

Strijd in de ambtelijke arena

De politie is in grote getale aanwezig op het terrein van de provinciale hoofdkantoren. Ze verwachten rellen. Gisteren heeft het nationale gerechtshof uitspraak gedaan. De hoogste baas van de provincie, Joe Bal, is uit zijn functie gezet. Zijn benoeming van ruim twee jaar geleden is ongegrond verklaard.

Dit betekent dat zijn voorganger Joseph Kunda, destijds waarnemend directeur, zijn plaats in neemt. Joe Bal heeft volgens hem op slinkse wijze zijn positie bemachtigd. De continuïteit in het provinciale beleid is nihil. Mijn collega-VSO’er uit India vertelde me vandaag dat hij de afgelopen anderhalf jaar niet anders gewend is. Niet alleen rechtszaken, maar ook de landelijke verkiezingen en een herstructurering van de provinciale ambtelijke top, legden het gehele provinciale apparaat voor maanden plat.

De nieuwe directeur (eigenlijk de oude dus) zal alle benoemingen van zijn ‘illegale’ voorganger ongedaan maken. Onmiddellijk zijn eigen mensen benoemen. Geen manager in PNG wordt puur benoemd om zijn kwaliteiten: het is allemaal vriendjespolitiek. Mijn persoonlijke toekomst bij de provincie is ook niet helemaal duidelijk. Mijn direct leidinggevende is het broertje van de voormalige directeur. De kans is erg groot dat hij vertrekt.

Helaas is dit typerend voor Papua Nieuw Guinea. In een andere provincie vechten twee mannen al tien jaar uit wie de hoogste baas mag spelen. Naar het schijnt soupeert deze strijd een groot deel van het provinciale budget op. Continuïteit in beleid is hierdoor een uitzondering.
De ‘gewone mens’ leidt onder dit kemphanengedrag. Veel basisvoorzieningen, als gezondheidszorg, wegen, onderwijs zijn vrijwel overal in PNG al jaren onder de maat. Onderhoud en beheer wordt niet uitgevoerd. Geld is beschikbaar, maar verdwijnt in de zakken van corrupte politici of ambtenaren.

Een grote groep mensen heeft zich inmiddels buiten verzameld. De ambtenaren, die nog wel aan het werk zijn, kijken door de ramen naar buiten. De gouverneur heeft Kunda verzocht de rust te bewaren en nog niet het kantoor te betreden voordat precies duidelijk is wat de uitspraak van het gerechtshof inhoudt. De spanning is te snijden. Kunda spreekt zijn publiek toe. Even later druipt de menigte af. Blijkbaar heeft Kunda hen gevraagd het gebouw niet te bestormen. De rust keert terug in Kundiawa, tenminste voor heel even.


PS. Inmiddels heeft Kunda met behulp van zijn aanhangers het kantoor toch betreden. De sloten zijn vervangen. Tegelijk wil Joe Bal de zaak bij het hoogste gerechtshof van Papua Nieuw Guinea aankaarten. Het zal nog wel een tijd onduidelijk blijven wie nou de baas is in het provinciekantoor!

11 januari 2008

Op naar Kundiawa

Eindelijk, het is zover! Vol spanning rijden we ’s ochtends vroeg weg uit Madang. Peter, de broer van Barbara, rijdt. Barbara zit achterin samen met haar dochters Margaret en Marie en met dorpsgenote Salume. Joseph Dopra, ambtelijk baas van de provincie Madang, begeleidt ons met nog enkele kinderen in een tweede auto.

Peter

Ik ben niet alleen nerveus omdat ik naar m’n nieuwe woonplaats ga, maar ook omdat zoveel mensen me gewaarschuwd hebben: de weg van Madang naar Kundiawa schijnt niet veilig te zijn. In Kundiawa moet ik oppassen. Rondom kerst en oud en nieuw is het extra onveilig. Al deze goedbedoelde waarschuwingen tolden de afgelopen dagen door m’n hoofd.

Weg door Madang Province

De weg door Madang Province is prachtig. Al snel rijden we door tropisch regenwoud afgewisseld met huisjes gemaakt van bushmateriaal. De muren bestaan uit gevlochten stengels. De daken uit een lang gedroogd soort gras. In Madang en soms in de highlands staan de huisjes op palen vanwege de stortbuien en het ongedierte. De weg is niet best. Soms is er helemaal geen weg. Aardverschuivingen zijn aan de orde van de dag. Toch schieten we aardig op.

Na anderhalf uur rijden, stoppen we bij een lokaal marktje. Ze verkopen allerlei fruit en groenten. Barbara en Salume laden in. In de bergen zijn kokosnoten en betelnoten duurder.

Marktje onderweg

Na een tijdje slingeren door tropisch regenwoud komen we in de Ramu vallei. Deze vruchtbare riviervallei huisvest één van Papuaas grotere agrarisch-industriele bedrijven. Het bedrijf Ramu produceert suiker en steeds meer palmolie. De gehele vallei is een groot akker. In het stadje zelf wonen circa 10.000 mensen. Allen werkzaam voor het bedrijf of indirect afhankelijk van het bedrijf. Joseph vertelt dat het bedrijf de aanleg van alle voorzieningen in de Ramu vallei zelf voor haar rekening neemt. Inclusief de doorgaande weg, huizen en winkels.
We zijn op zoek naar de CEO van het bedrijf. Joseph, trots op z’n netwerk, wil even binnenwippen. Hij wil gelijk de auto laten repareren. De slechte wegen hebben hun tol geeist. Al snel regelt de CEO een spoedreparatie in de bedrijfsgarage. De CEO stapt achterin de auto om de weg te wijzen. Maar deinst verschrikt achteruit. Ik blik in de auto en zie een varken rondhuppelen. Een cadeautje voor een dorpsgenoot van Jospeph, een bijdrage in de bruidprijs die hij moet betalen. Varkens zijn van oudsher ontzettend waardevol in PNG, vooral in de highlands.

Peter besluit verder te rijden. Hij heeft net de band verwisseld van de andere auto. Hij gaat op zoek naar een bandreparateur. Zonder reserveband de highlands highway over, is geen goed idee. Na een kwartiertje rijden komen we bij een groepje winkeltjes en huizen. Het houdt het tussen een dorpje en een parkeerplaats. De sfeer doet me denken aan een oude wild west film. Iedereen hangt rond en kijkt je aan. Het is warm. Ook Barbara voelt zich duidelijk niet op haar gemak. Ze waarschuwt me uit te kijken. Gelukkig verveel ik me niet. De volledig handmatige bandreparatie is een spektakelstuk.

Aan het eind van de middag bereiken we eindelijk Goroka. We liggen vijf uur achter op de planning. Het is ontzettend druk in het hoofdstadje van de Eastern Highlands. In het centrum is een rugby wedstrijd aan de gang. Het lijkt alsof het publiek de grootte van het veld bepaalt. Hoe dichter zij op de wedstrijd duiken, hoe kleiner het veld. Na een korte stop maken we ons voor de laatste etappe. Joseph, de kids en het varken hebben zich inmiddels weer bij ons gevoegd. We duiken Simbu in. De bergen worden nog steiler, de dalen dieper. De kleine huisjes lijken bijna van de rand af te vallen. Een aardverschuiving zal rampzalige gevolgen hebben. Het is koud en het regent in de bergen. We rijden over het meest gevaarlijke stuk van de rit. Hier vinden regelmatig overvallen plaats.

We bereiken Kundiawa zonder kleerscheuren. Ook hier een grote drukte op straat. Het is inmiddels donker. We stappen even uit bij m’n nieuwe huis. Het ligt hoger en staat ook nog op palen. Een trap met 10 treden leidt naar boven. Het lijkt groot. Er staat een schuurtje in de tuin zo groot als de traditionele huisjes die ik vanuit de auto de hele dag heb gezien. Fred en Maggie, de huiseigenaren, komen enthousiast de trap naar beneden. Ik denk niet dat ik ze morgen nog herken zo in het donker!

Traditioneel huis in Simbu Province

Even later rijden we de parkeerplaats van Hotel Mount Wilhelm op. Fred en Maggie gaan morgenvroeg hun huis uit. Ik slaap nog één nachtje in een hotel. Gevoelens van avontuur (waar ben ik aan begonnen?), spanning (wat staat me te wachten?) en angst (wauw daar ben ik dan eindelijk!) wisselen zich af. M’n hoofd zit vol. De opwinding en spanning voor vandaag eisen hun tol. Ik val in slaap.


PS. Nu ik weer internet heb, zal ik de komende weken de 'schade' van afgelopen maand proberen in te halen