19 februari 2008

Ansichtkaarten van Rampi


Soms denk ik wel eens dat alle ansichtkaarten nep zijn. Het werk van handige fotobewerkers. Net als alle paradijselijke foto’s in vakantiefolders. Na het weekendje in Rampi weet ik dat niet meer zo zeker.


In de verte dobbert een kano. De dorpsbewoners vissen met traditionele pijl en boog. De oceaan is diepblauw, het water helder. Het koraal biedt een schuilplaats aan talrijke vissen, kreeften en zeesterren. De bomen reiken vanaf de kust de zee in. Hun takken bieden als natuurlijke duikplanken veel spektakel. De duizenden eilandjes voor de kust markeren de overgang tussen de ondiepe baai en een diepe trog.


Vrijdag zijn we met de nieuwe volunteers als onderdeel van de introductietraining naar het dorp aan de noordkust gereden. We verblijven bij Herman en zijn familie. De mensen zijn ontzettend aardig. Het leven rustig en vreedzaam. In tegenstelling tot de highlands zijn aan de kust geen stammenoorlogen. De mensen zijn laidback.


Zaterdagmorgen maken we een wandeling door de tuinen van Rampi. Het dorp bezit een grote hoeveelheid grond. Elke familie bezit naast een (mini)plantage ook een grote groentetuin. Het geld wordt verdiend met kokosnoten, cacao en buai. Handelaren uit de highlands kopen de producten op.


Ik vraag me wel een beetje af waarom we hier als westerlingen ontwikkeling komen brengen. De leefstijl van Papua’s is duizenden jaren oud. Er is voldoende eten, rust en geen westerse problemen. Misschien is er alleen hulp gewenst in de gezondheidszorg. Zo heeft Benol, een jongetje van een jaar of zeven, een ontstoken teen. De teen is drie keer zo dik als normaal. Hayley, een Engelse fysiotherapeute maakt de teen schoon, voor zover mogelijk. Een geïmproviseerde schoen van een plastic zak moet de teen de komende periode schoonhouden. Volgens Hayley is de wond is al zo verwaarloosd, dat de kans groot is dat de teen er vroeg of laat af valt. Het jongetje laat geen traan en hinkt vrolijk weg.


Als afscheidsmaaltijd eten we zondag vers gevangen kreeft en gefrituurde witvis. Wat een feestmaaltijd! Verlegen schuiven Herman’s vrouw Eli en dochter Julie aan, misschien niet gewend om met ‘waitman’ te eten. Na afloop van het eten is het tijd voor een wederzijds dankwoord. PNG heeft een enorme toespraken cultuur. Iedereen komt uitgebreid aan de beurt. Omdat ik van de volunteers als enige een beetje Tok Pisin spreek, mag ik de familie toespreken.



Vanuit het raam van de bus zie ik het dorpje verdwijnen. We stappen weer uit het leven van deze gastvrije, lieve en energieke mensen. Wat een fantastisch weekend!

14 februari 2008

Mijlenver van huis

Het geluid van de branding is rustgevend. Misschien omdat de zee al miljoenen jaren tegen het land aanbotst. Een krab probeert op de rotsachtige kust te klimmen. Ik zit op mijn favoriete plek. Wat een uitzicht! Onder me krioelen kleurrijke vissen. Voor me strekt de oceaan zich uit. Naast me ligt The Alchemist van Paulo Coelho.

Ik ben terug in Madang. De komende twee weken staan in het teken van een in-country oriëntatietraining (ICO). Boeiend te merken hoeveel ik na twee en een halve maand al heb opgepikt van de cultuur, gebruiken en taal. De ICO is dan ook vooral een gezellig weerzien met de VSO staf en de volunteers uit Madang.

Simbu is ver weg. De bergachtige, ruige provincie lijkt mijlenver verwijderd van de toeristische Madang Lodge. Via de telefoon verneem ik dat de situatie in Kundiawa rustig is. De vorige directeur is terug op zijn plek. Ik vermoed dat hij de oude sloten heeft teruggeplaatst. Afgelopen donderdag heeft de rechtbank in de beroepsprocedure besloten dat zijn benoeming wel degelijk legaal was. Vanuit de nationale overheid is er een hoge ambtenaar gestuurd om het provinciale apparaat (weer) aan het werk te krijgen.

Gisteren mijn toekomst besproken met Barbara, de programmamanager van VSO. We hebben besloten nog 1 maand aan te kijken hoe de situatie zich zal ontwikkelen. Daarna besluiten we of ik in Simbu blijf. Plan B is dat ik ergens anders in PNG aan de slag ga. Plan C denk ik nog maar even niet aan.

Langzamerhand ben ik gewend aan leven in het buitenland. Ik mis Nederland veel, maar ik heb voor mezelf een manier gevonden om daarmee om te gaan. Jullie mails en reacties zijn daarbij trouwens onmisbaar. Wat een verschil met 70 jaar geleden toen de missionarissen zonder internet of telefoon de bergen van PNG introkken. Even een tripje Madang en een verblijf in de Lodge zat er voor hen niet in...

5 februari 2008

Baas boven baas

Afgelopen weken waren onrustig. De chaos concentreerde zich rond het provinciegebouw. Was ik daar niet aan het werk? Zeker, dat is wel de bedoeling. Maar nu even niet.

Spelende kinderen in skelet van huis in Mingende

Vorige week dinsdagochtend raakte de aanhang van de twee strijdende directeuren slaags. In PNG gaat dat gepaard met grof geweld en rondzwaaiende bush knives. De politie schoot in de lucht om de vechtende partijen te scheiden. De bewakers hielden de even daarvoor ontslagen ambtenaren buiten de poort. Veel meer was er niet voor nodig om een massale vechtpartij te laten ontstaan.

Ik ben verder veilig. Wel ben ik nauwelijks nog in of rond het provinciekantoor te vinden. Niet in de laatste plaats omdat op het moment toch niemand werkt.

In het stadje gaat het leven gewoon door. Luttele uren na de rellen ben ik naar de bank gelopen. Ik moest dwars door de mensenmenigte, maar m’n geld was op. Er stonden trouwens ook veel bekenden. De verleiding was groot om naar de laatste nieuwtjes te vragen. Maar ik moest oppassen voor het ‘verkeerde plaats, verkeerde tijd’ principe. Elk moment kon de vlam weer in de pijp slaan. Ik liep dus maar zo snel mogelijk door!

Mijn huis in Papuan Compound

Het wachten is nog altijd op een besluit vanuit Port Moresby. Wie mag zich waarnemend directeur noemen? Al twee jaar sleept deze kwestie zich voort. Doordat ook nu weer het besluit lang op zich laat wachten, neemt de spanning toe. Het gevolg is dat de provincie wederom negatief in de krant komt. Geen hulporganisatie of ondernemer is op deze manier nog bereid een Kina in Simbu te investeren. De mensen zijn de dupe.

Afgelopen donderdag hebben de betrokken partijen een veelzeggend compromis gesloten. Het was een ware Poolse landdag met de gouverneur, de directeur, de net ontslagen managers en de even daarvoor aangestelde managers. De uitkomst was wonderwel dat niemand meer naar het werk zou gaan. Alleen de afdeling educatie en de afdeling financiën mochten blijven werken. De afdeling financiën valt rechtstreeks onder de nationale overheid. En de afdeling educatie is ontzettend druk, omdat het schooljaar in de startblokken staat.

Gisteren is een aantal ambtenaren weer aan de slag gegaan. Blijkbaar was dat de afspraak. Het had bizarre taferelen tot gevolg. Zo waren de (onwettig) ontslagen en de nieuw aangestelde manager van Provinciale Zaken beiden op kantoor. De afdeling Planning en Beleid was daarentegen geheel stuurloos. Niet dat het overigens veel uitmaakt. De meeste ambtenaren doen in deze schimmige situatie toch niets. Of dat ze nu thuis zitten of op kantoor doet daar weinig aan af.

Het wachten is tot Port Moresby verduidelijking gaat geven. Ik heb geen flauw idee wanneer dat gaat gebeuren. “Vanmiddag komt er bericht”, aldus het roddelcircuit, dat elke dag de gemoederen flink bezig houdt. Volgens de gouverneur, die ik vanochtend sprak, gaat het nog één tot drie maanden duren. In het gunstigste geval. Ik zal de complexe benoemingsprocedure niet herhalen.

John en Grace, de oom en tante van mijn huisbaas

Inmiddels heb ik in overleg met VSO besloten dat mijn placement herzien moet worden. Werken voor de provincie Simbu gaat gewoonweg niet in deze situatie. Ik weet niet wat de toekomst gaat brengen. De eerste optie is dat ik ander werk ga doen in Kundiawa. Een tweede optie is dat ik naar een andere provincie verhuis. De derde optie is dat ik helemaal vertrek uit PNG. Zaterdag vlieg ik voor overleg naar het VSO kantoor in Madang.

Gelukkig kan het altijd slimmer, aldus de heerlijk relativerende Overijsselse wijsheid. Alle VSO’ers zijn vorige week uit Kenya geëvacueerd. Hun veiligheid kon niet worden gegarandeerd. Dat is even een enorme omschakeling. Van twee jaar Kenya ineens terug naar de Hollandse winter. Hopelijk voor de Kenyanen en de VSO’ers, is het geweld daar sneller voorbij dan in Simbu.


PS. leuke foto's hè?

1 februari 2008

Barbara

De rivier buldert. Het regenseizoen laat overal zijn sporen achter. De auto baant zich een weg door de modder. Zonder 4-wiel aandrijving kom je niet ver in Gembogl. Barbara’s grond ligt tegen de berghelling en strekt zich uit van de rivierbedding tot aan de top. Het dal is hier steil en smal waardoor het zicht niet verder reikt dan de met gras en bomen bezaaide berg aan de overkant.

Oom met huisgemaakte sjek

Vandaag is een belangrijke dag voor Barbara. Ze organiseert een grote mumu. Een mumu is de traditionele feestmaal in PNG. In een kuil worden vuurhete stenen gelegd. Daarboven komt een laag groenten, zoete aardappelen, groene bladgroenten, pompoen. Bananenbladeren dekken de groentelaag af. Versgeslachte varkens compleet met kop en ingewanden komen hier bovenop. Flink wat water op de stenen en wederom bananenbladeren sluiten het geheel hermetisch af. De komende anderhalf uur stoomt het eten heerlijk gaar.

Mmm, spareribs


Barbara is programmamanager Participation & Governance bij VSO. Ze organiseert de plaatsing van volunteers bij diverse werkgevers. Daarvoor onderhoudt ze contacten met allerlei organisaties in PNG en met de wervingskantoren van VSO, onder andere in Engeland en Nederland.

Barbara aandachtig luisterend naar de speech van de bigman

Bijna 20 schapen zijn geslacht. Deze worden verdeeld over de clangenoten. Hiermee eert Barbara haar tien jaar geleden overleden moeder. Tegelijk onderstreept ze hiermee haar voorname positie in de stam. Na meerdere jaren weg geweest te zijn om carrière te maken, bereidt ze zich nu voor om zich over enkele jaren definitief in haar geboortestreek te vestigen. Ze zal de eerste vrouw worden die de positie van bigman (burgemeester of opperhoofd) vervult. Met een bijzondere wilskracht, sociale bewogenheid en intelligentie heeft ze veranderingen teweeg gebracht, die nog niet zolang geleden in de samenleving van de hooglanden ondenkbaar leken.

Het eten is uitgestald op de grond. Er zijn vier grote stapels vlees en groenten, waarvan twee stapels vergezeld gaan van een grote hoeveelheid briefjes kina’s. De hele clan heeft dit geld bijeengebracht. Nadat een pastoor een toespraak heeft gehouden en het eten en de aanwezigen heeft gezegend met water uit een gebruikt spriteflesje, neemt Barbara het woord. Ze geeft de grootste stapel eten met veel geld aan de familie van haar moeder. Met luide huilende kreten komen de vrouwen naar Barbara om haar te omhelzen.

De verzamelde kina's voor de familie van Barbara's moeder

Als blanke VSO’ers is het een grote eer om hierbij aanwezig te zijn. Daarom is het enigszins een vreemd gevoel dat Cathelijne, Maarten en ik uitgebreid worden bedankt voor onze komst. We krijgen ook nog eens een van grote stapels eten. En een briefje van 50 Kina om onze busreis van en naar Kundiawa te bekostigen. Weigeren kan beslist niet.

Nadat de grote stapels vlees en groenten zijn verdeeld, wordt de rest van het eten verdeeld over de clan. Dat is niet eenvoudig, het vergt een grote organisatie en een secure boekhouding. Bananenbladeren zijn uitgespreid over de grond. Aan twintig stokken hangen de briefjes met de namen van de families. Nu verdeelt een aantal mannen het eten, beetje bij beetje. Het duurt ruim een uur voordat alles volgens de juist wijze is verdeeld. Niemand mag tekort komen en iedereen krijgt zijn deel naar rato van zijn bijdrage en belangrijkheid.

Het eten wordt verdeeld over alle families

Dit is het einde van de bijeenkomst. Iedereen verzamelt zijn deel van het eten in de bilum en keert terug naar huis. Samen eten is geen onderdeel van de cultuur. Thuis wordt het varken opgebakken en de groenten gekookt.