30 mei 2008

De chaos van Azie

De smalle straatjes zijn afgeladen vol met eettentjes, eetkraampjes en dronken Koreanen die vanuit werk rechtstreeks aan de sake zijn gegaan. Menig restaurant wordt opgesierd door een aquarium als winkelruit. Alles wat beweegt eet en wordt gegeten. Net de eerste mislukte poging achter de rug om in een restaurant eten te bestellen. Zelfs de jonge serveerster spreekt geen woord Engels. En helaas, helaas, geen kleurenplaatjes van alle mooie gerechten in deze eettent.

Grappig, het voelt zo vertrouwd. Seoul heeft veel weg van de Japanse en Chinese megasteden. En het geluk is me goed gezind: ik ben toevallig terechtgekomen in een traditionele wijk waar de chaos nog allesoverheersend is en de torenflats ver te zoeken.

Ik wijs naar een plaatje met iets wat lijkt op inktvisringen in een rode saus met groene groenten. De serveerster schudt resoluut nee en spreekt haar enige woordje engels van deze avond: "hot". Ik wijs nog een keer en wuif met m'n hand langs m'n wang, me tegelijkertijd ervan bewust dat gebaren als deze niet heel universeel zijn. De andere serveerster wijst naar een groepje Koreanen die het gerecht eten met sake, ter afkoeling...
Het oordeel blijft zoals het is, te heet voor mij. Met de nodige moeite weet ik uiteindelijk een soort van noedelsoep te bestellen. Onhandig klungelend met de eetstokjes - met ijzeren chopsticks heb ik nooit overweg gekund - komt de serveerster m'n noedelsoep uit de hete schaal in m'n bordje opscheppen. Mijn honger is te groot na deze lange dag met vliegtuigvoer: ik ga over op de lepel en vork.

Seoul is een bizar grote stad. Vanuit de lucht was het een enorm uitgestrekte pannenkoek. Alleen de uitgestrektheid gaat vreemd genoeg gepaard met een grote hoeveelheid hoge bebouwing, dat van bovenaf veel weg heeft van de Bijlmer. Maar dan 100 keer groter. Ik begin een beetje te begrijpen waarom er in Zuid-Korea stemmen opgaan om een nieuwe hoofdstad te bouwen. Seoul is onleefbaar geworden. Maar wauw, wat geweldig voor een toerist: de chaos van Azie!

12 mei 2008

Het Wilde Westen of het echte Nieuw Zeeland?

In Rotorua komt de rotte eieren lucht je van alle kanten aanwaaien. Net het stadje ingereden keken Nicky en ik elkaar nog verwijtend aan. Maar na tien minuten realiseerden we ons dat niemand in staat is zo’n ongelofelijke scheet te laten.

Rotorua, zover ik weet de officieuze hoofdstad van de Maori’s, draait evenals de meeste stadjes hier op toerisme. Buiten het seizoen, zoals nu in de herfst, toont het zich als een uitgestorven wilde westen-stadje. De kroegen zijn open, maar alleen een paar barkrukken zijn bezet. De hostels zijn vrijwel leeg. We slapen bijna alleen in slaapzalen met 6 tot 10 bedden.

De hosteleigenares, zelf een Maori, weet ons te vertellen dat bijna alle grond in de stad in handen is van Maori’s. Ze verbaast zich over de weinige Maori’s die een hotel runnen. Wat mij opvalt is dat de Maori’s vooral het laaggeschoolde werk doen.

De plaatselijke Supermarkt


Rondom Rotorua ligt een aantal Maori dorpen. Entree 25 dollar, inclusief show. Het Efteling gehalte is hoog. Nicky en ik besluiten de binnenlanden in te rijden, ver weg van het toerisme.

Na ruim een uur rijden door uitgestrekte productiebossen slaan we af op zoek naar een supermarktje. Plotseling blijken we echt in Maoriland beland te zijn. Geen blanke te bekennen, Nieuw Zeelander, noch toerist. Bizar, maar waar, de voorzieningen ogen vervallen, de huizen als woningen in de afgelegen steden van communistisch Rusland. In elke achtertuin staat een halve auto, de jongeren op straat hebben een pet of muts op hun hoofd en de kindjes kijken verlegen naar de twee vreemdelingen. De straathonden banjeren rond door de verlaten straten. Zo nu en dan komt een oude auto langs scheuren, harde muziek schalt door de ramen. Eindelijk, zeggen we tegen elkaar, zien we een deel van het echte Nieuw Zeeland, zonder de toeristische opsmuk.

Maori land


De teller van m’n kleine Toyota staat inmiddels tegen de 5.000 kilometer aan. Bergpassen, mooie uitzichten over valleien, baaien met mooie, lege stranden, dichte bossen en veel schapen, dat is Nieuw Zeeland. Maar op het Noordereiland is de invloed van de mens veel meer merkbaar. De Maori’s zetten hier zo’n 1250 jaar geleden eerst voet aan wal. Ongeveer 1000 jaar eerst Abel Tasman heel eventjes en later de Engelsen onder leiding van de legendarische captain Cook.

Klimkabouter Nickmans!


We maken een prachtige wandeling door de dichte bossen van het aangrenzende nationale park. Het park is deels in handen van Maori’s. Her en der zien we dan ook borden verschijnen om vooral niet van het uitgezette wandelpad af te wijken. Terug in Rotorua horen we over het land dat de blanken ooit van de Maori’s hebben ‘ontvangen’. Tot de dag van vandaag (meer dan 150 jaar later) zijn juridische gevechten gaande.

Strand bij de Bay of Isles in het uiterste noorden

Misschien helaas, maar zelfs dit prachtige land, ver van de problemen van de rest van de wereld, vol met vriendelijke en ontspannen mensen en een onuitputtelijke voorraad natuurlijke hulpbronnen, is niet zonder problemen. Maar een toeristenparadijs blijft het!

PS. voor meer spannende actiefoto's en leuke reisverhalen, check de blog van Nicky.

4 mei 2008

Op zoek naar de laatste Maori

Ik ben toch al aardig verwend de afgelopen jaren. Maar jee, wat is het mooi hier! Het land van Lord of the Rings bestaat echt... Na bijna twee weken Nieuw Zeeland en meer dan 3000 kilometer in m'n kleine, maar comfortabele huurauto'tje te hebben rondgetoerd, durf ik dat wel te concluderen.

Leegte. De regio Auckland heeft 2.000.000 inwoners, Nieuw Zeeland pak en beet 4.000.000. Het land is enorm. Van het zuidelijkste puntje naar het noordelijkste is iets van 2000 kilometer. Leegte dus. En ook leuk voor de gemiddelde kaaskop; het is enorm bergachtig. Gisteren wandelde ik nog op een vulkanische top in de sneeuw, eergisteren in m'n t-shirtje op het strand en vandaag in de herfstregens in Auckland.

Wat ben ik trouwens blij met onze Nederlandse steden. De steden zijn erg Amerikaans (niet dat ik ooit in de USA ben geweest, mjin bron: de televisie en plaatjesboeken). Brede wegen, geen autovrije centra, veel laagbouw, overal parkeerplaatsen, grote winkelcentra buiten de stad. Rond de steden strekken grote buitenwijken zich uit, met vrijstaande huizen, zes parkeerplaatsen per huis en mooie slingerende lanen met eikenbomen. Suburbia in meest prachtige vorm. Maar zou er van m'n levensdag niet willen wonen!

Wat betreft het uitgaan doet Nieuw Zeeland me aan Engeland denken. Op elke straathoek een sportsbars met schreeuwende televisies die elk fatsoenlijk gesprek onmogelijk maken. Veel Ierse pubs (ook met televisies) en op elk moment van de dag dronken figuren die lallend over straat zwalken. Niet geheel toevallig spreken deze lallende mensen ook nog eens Engels!

Nieuw Zeeland, was dat niet het land van de Maori's? Gek genoeg kan ik alle maori's die ik gezien heb op twee handen tellen. Ik heb me laten vertellen dat er zelfs geen volbloed Maori meer bestaat. Maar halfbloed Maori's zijn ook schaars. Ondertussen zijn wel alle nationale parken ingericht op de heilige gronden van de Maori's, gaan negen van de tien dorpjes door het leven onder een Maori naam, zijn hele wandeltochten uitgezet door de bossen van de Maori's en gaat de toeristenindustrie aan de haal met de Maori cultuur. Wel beetje schijnheilige bende zeg. En dat dansje met rugby vind ik in een keer ook een stuk minder leuk!

Terug maar weer naar de natuur, anders wordt het nog een negatief verhaal ook. Aan het lijstje door mij gespotte zeldzame diersoorten heb ik naast de huismus, eekhoorn en ree, de geelogige pinquins, heel veel schapen en een drietal zeeleeuwen toegevoegd. Echt supergaaf om die grappige pinquins de zee in te zien waggelen met op de achtergrond een rode zonsopkomst! Zeeleeuwen zijn vooral groot en minder lief, ze zijn berucht om hun agressieve houding naar opdringerige mensen.

Nog anderhalve week Nieuw Zeeland en dan op naar Australie! Ik heb een paar foto's op m'n flickr-site gezet: klik hier.
groeten!