28 mei 2012

De andere kant van de medaille

‘Prepared by Nestle Nederland’ ik kijk tegen een palet met dozen poedermelk aan. Achter me laadt een jongen een tweedehands rode autoportier op een bus.  Een geit wordt door twee sterke handen ook op het dak getild. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Ik zit op ‘Amour Mezam’ busstation in Bamenda. Het is snikheet. Zo meteen vertrekt de bus naar Buea, een ritje van zo’n 8 uur. Als het mee zit. Ik ga naar huis. Althans als ik Buea zo kan noemen na vijfeneenhalve maand. Ik reis veel in Kameroen. En doordat ik zoveel op pad ben, is het lastig een thuis op te bouwen. Enige regelmaat is me vreemd, zoals iedere zondag tennissen of een vrijdagavondborrel.

Als de bus vol is, gaan we. Dat duurt soms een paar uur. En soms duurt het zo lang, dat ze de bus maar annuleren. Dan moet je langs de weg proberen om nog een busje de goede richting op te vinden. Of je kunt wachten tot in de avond de nachtbus gaat. Openbaar vervoer is een avontuur in Kameroen. En de andere kant van de medaille van avontuur is vaak erg vermoeiend.

Een Kameroenees slaapt op mijn schouder. Ik heb een arm in m’n nek van m’n achterbuurman, die met zijn hoofd op mijn stoel voorovergebogen ligt te slapen. En hoewel ik probeer te slapen, stoot m’n hoofd bij iedere hobbel tegen het raam. We zijn onderweg. Met dertig man en een geit in een busje die bedoeld is voor hooguit twintig passagiers. Langs de kant van de weg rennen vrouwen en kinderen die zwetend proberen wat eten te verkopen met de bus mee. Dat is hun enige optie om een klein beetje geld te verdienen.  

Langs de weg zie ik een moeder die haar baby de borst geeft en de luier verschoont. Een mannetje in een veel te klein hokje verkoopt beltegoed. Z’n buurvrouw slaapt in het kozijn van haar mini winkeltje. De golfplaten daken van hun keetjes zijn verzwaard met stenen, zodat ze er niet af waaien bij een tropische wind. Ik probeer wat te slapen.

Even later schrik ik op. Met gierende remmen wijkt de bus uit. De chauffeur schreeuwt druk gebarend naar een voetganger die hij net bijna van de weg reed. Auto’s rijden dicht langs de kant van de te smalle wegen, zonder rekening te houden met voetgangers. Kort geleden zag ik een wit laken op de weg liggen. Het ongeluk was net gebeurd. Huilende mensen hadden zich langs de kant van de weg verzameld. Auto’s raasden langs, alsof er niets gebeurd was.

Over vijf weken vlieg ik voor een lange vakantie naar Nederland. Het leven in Kameroen is boeiend, maar ook vermoeiend. Vooral het vele reizen vraagt z’n tol. In Nederland kan ik weer even opladen; wennen aan de vanzelfsprekendheid van luxe. Heel fijn, maar soms ook een beetje saai. In de trein straks geen slapende Kameroenees op m’n schouder. Kan er iemand alsjeblieft voor wat afleiding zorgen in de stiltecoupe?