21 januari 2012

Waar is de IKEA?

Mieke wijst een rode stof aan voor de gordijnen in haar slaapkamer. “Nee, dat kan niet. Die stof is voor jurken”, geeft de verkoper aan. Ondertussen met een schuin oog naar Chelsea - Fullham kijkend. Ik voel de dikke stof en vraag of het gordijnstof is. Hij knikt. “Waarom kunnen we het dan niet kopen om gordijnen van te maken”, probeer ik nog. “Omdat we het gebruiken voor jurken”, zegt hij met een ijzeren logica.

Drie uur later komen we moe maar voldaan thuis. Het is gelukt. We hebben gordijnstof en we hebben een naaiatelier gevonden. Het atelier is een hok van twee bij twee meter. Buiten voor de deur staat één naaimachine. Een aardige vrouw met haar peuter bemant het atelier. Ze is blij dat wij haar werk bezorgen.

Mieke en ik richten ons huis in. Het appartement was volledig leeg toen Mieke het in november betrok. Tafels, stoelen, bedden, matrassen, keukenspullen; alles moest Mieke aanslepen. Dat is veel werk in Kameroen. Alles wordt op maat gemaakt. In Buea is geen IKEA waar je met de auto even heenrijdt en inlaadt.

Voor onze banken, bedden en tafels gaan we naar Eric. Onze timmerman is een verlegen gast van een jaar of vijfentwintig. Hij werkt met een aantal leerlingen in een mini-werkplaats. Een vervallen schuurtje. De werkbank die buiten staat is schots en scheef. Veel materiaal hebben ze niet. Twee zagen, een hamer. Af en toe slepen ze een naaimachine de werkplaats in. Knap wat ze nog weten te produceren.

“Eric, we would like a table”, zeg ik. “Ok, ok”, zegt Eric, terwijl hij z’n portfolio er bij pakt. De foto’s van meubels en lijkkisten zijn vaal en verkleurd in de zon. Ik blader voor de vierde keer door de foto’s, maar zie nog steeds niets leuks. Ik kies uiteindelijk de simpelste tafel, leg de maten uit en vraag naar de prijs. “Well, so much wood, and other material, nails, vanish, labour, mmm, twentyfive thousand.” Hij vraagt ongeveer 38 euro, maar zoals het hoort trek ik een bedenkelijk gezicht: “Too much, it’s only a small table. We are your very best customers.” Eric wrijft over z’n kin en in de verte kijkend mompelt hij zachtjes: “Ok, ok, twenty. Cheapest price.”

Vier dagen later belt Eric me enthousiast op, de tafel is klaar: “Come now!” De tafel is mooi geworden en Eric is duidelijk trots op het resultaat. Eén van de jongens uit de werkplaats loopt met me mee voor het vervoer. Tafel op zijn hoofd. Langs de weg houden we een taxi aan. We mogen de tafel voor 15eurocent achterin vervoeren. De tafel steekt een meter uit en de achterklep moet wagenwijd open blijven staan. Ik vraag of we het niet met een touw moeten vastmaken. “No, not necessary, let’s go!”

Vanaf de hoofdweg wankelt hij met de tafel op zijn hoofd naar ons huis. Het zweet loopt over zijn gezicht, de tafel is zwaar. Ik bied aan om de tafel over te nemen. Daar wil hij niets van weten. Met een glimlach zet hij even later de tafel in onze woonkamer. Zijn hoofdafdruk staat in de nog natte lak van de tafel. Maar wat een service. Daar haalt de IKEA het dan weer niet bij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten