Max runt de buurtsuper
bij ons om de hoek. Nog niet zo lang trouwens; afgelopen najaar is hij begonnen;
net voordat ik naar Kameroen kwam. Max is altijd vriendelijk. Met een grote
glimlach helpt hij z’n klanten. Het geld pakt hij omzichtig aan, alsof ieder
muntje een miljoen euro waard is. Ik kom niet weg, zonder een plastic tasje om
ieder afzonderlijk product. Alsof ik anders zijn status als buurtsuper te
grabbel zou gooien.
Max spreekt
nauwelijks Engels en een paar woorden Pidgin. We spreken Frans. Althans ik doe
een poging. Pas geleden vroeg een Kameroenese vriend, die wel vloeiend Frans
spreekt, waarom collega Mieke en ik toch altijd Frans spreken met Max. Want
volgens hem spreekt Max ook niet echt goed Frans.
Veel meer dan een
rode keet is onze buurtsuper niet. Met een golfplaten dak en een betonnen
veranda. Dat doet overigens niets af aan de verbazingwekkende omvang van het
assortiment. Onze favoriete producten zijn brood, eieren, sardines uit blik,
water, bier en af en toe cola. Achter de keet staan wat hutten van golfplaat en
hout. Daar woont Max met zijn zwangere vrouw en nog een aantal gezinnen. Ze
zijn twee jaar geleden vanuit Noord-Kameroen naar Buea getrokken. Op weg naar
werk, weg van de droogte, weg van de armoede.
De buurtsuper neemt
iedere week in populariteit toe. Klanten lopen af en aan. Max heeft een
televisie neer gezet. En als de buurtsuper open is, staat de televisie aan.
Altijd op voetbal, meestal op Engels voetbal. Max is een groot fan van Didier
Drogba, de Ivoriaanse spits van Chelsea. Dat is in Kameroen eigenlijk een
beetje vloeken in de kerk.
Inmiddels heeft
Max onze buurtsuper uitgebreid met een stuk of 12 stoelen en drie tafels. ’s
Avonds hoor ik vanuit ons huis aan het gejuich dat er een doelpunt valt in de
Champions League. En de volgende ochtend krijg ik als gratis service alle
uitslagen gemeld. Over een paar maanden kijk ik bij Max de Europese
Kampioenschappen. Ik heb er nu al zin in.