19 april 2012

Als je niet binnen 24uur betaalt…

Bang! Onze chauffeur vloekt en tiert in het pidgin. Hij remt, stapt uit en kijkt naar de voorkant van de auto. Opgewonden stapt hij weer achter het stuur. Het bandje met christelijke muziek draait vrolijk door op de achtergrond. Na een paar keer diep adem te halen, start hij de auto en geeft vol gas.

“Hij gaat toch niet die andere auto rammen?” denk ik bij mezelf. Zo even zijn we geraakt door een andere taxi. Deze auto is zo mogelijk nog voller bepakt dan de onze. Bananen, kippen, zakken vol yams en acht mensen, allemaal opgepropt in, en op, een Toyota Carina. Strak voor zich uit kijkend passeert hij de andere auto op volle snelheid. Gelukkig.

De heenweg naar Mamfe was ook al een helse rit. Op een uur van Kumba begaf de motor het. De olie lekte. Na tweeënhalf uur wachten op een zandweg in de hete zon, kwam er een nieuwe auto. We vervolgden onze weg.

Een paar kilometer verderop, bij de post van Gendarmerie, stapt onze chauffeur uit. Hij doet het hele verhaal aan de militaire agenten. Op de weg van Kumba naar Mamfe krijgen we vijf keer controle. Naast de Gendarmerie, controleert ook de politie en de lokale overheid. Bij iedere controle moet de chauffeur geld geven. Er is altijd wel iets aan de hand. En als er niets aan de hand is, zorgen ze wel dat ze iets vinden: De auto heeft geen vignet. De papieren van de chauffeur zijn niet goed. Er mogen maar vijf mensen in de auto in plaats van acht.

Inmiddels arriveert de andere chauffeur. “Je moet betalen, anders vermoord ik je. Je hebt 24 uur, want ik ben een Christen. Maar dan vermoord ik je.” Ik denk niet dat hij overdrijft. Iedere Kameroenees kent wel een verhaal van iemand die  in elkaar is geslagen of zelfs vermoord, nadat ze iets gestolen hadden of een ongeluk veroorzaakten.

De schuldige chauffeur, inclusief al zijn passagiers, schreeuwen dat het de eigen schuld is van onze chauffeur. Ook mijn medepassagiers mengen zich in de discussie. Net voor de brug, we reden naast elkaar, sneed de bestuurder van de andere auto ons plotseling af. De bumper ligt er aan de voorkant helemaal af.  Het was in mijn ogen overduidelijk de schuld van de andere auto. Maar ik houd me veilig afzijdig. “Ahsia” zegt één van de agenten tegen me, sorry voor het oponthoud.

Na een uur debatteren en ‘hoge-school’ bemiddeling van de Gendarmerie, bedaren de partijen wat. De andere chauffeur bekent min of meer schuld. Hij kan nu echter niet betalen.  We vervolgen onze weg. Het cassettebandje speelt nog altijd kerkelijke muziek. Maar onze chauffeur ratelt z’n eigen langspeelplaat nog weer een keertje af. “Ik ben Christen, maar als hij niet binnen 24uur betaalt….”.

1 opmerking: