“Hij gaat toch niet die andere auto rammen?”
denk ik bij mezelf. Zo even zijn we geraakt door een andere taxi. Deze auto is
zo mogelijk nog voller bepakt dan de onze. Bananen, kippen, zakken vol yams en
acht mensen, allemaal opgepropt in, en op, een Toyota Carina. Strak voor zich
uit kijkend passeert hij de andere auto op volle snelheid. Gelukkig.
De heenweg naar Mamfe was ook al een helse
rit. Op een uur van Kumba begaf de motor het. De olie lekte. Na tweeënhalf uur
wachten op een zandweg in de hete zon, kwam er een nieuwe auto. We vervolgden
onze weg.
Een paar kilometer verderop, bij de post van
Gendarmerie, stapt onze chauffeur uit. Hij doet het hele verhaal aan de militaire
agenten. Op de weg van Kumba naar Mamfe krijgen we vijf keer controle. Naast de
Gendarmerie, controleert ook de politie en de lokale overheid. Bij iedere
controle moet de chauffeur geld geven. Er is altijd wel iets aan de hand. En
als er niets aan de hand is, zorgen ze wel dat ze iets vinden: De auto heeft
geen vignet. De papieren van de chauffeur zijn niet goed. Er mogen maar vijf
mensen in de auto in plaats van acht.
Inmiddels arriveert de andere chauffeur. “Je
moet betalen, anders vermoord ik je. Je hebt 24 uur, want ik ben een Christen. Maar
dan vermoord ik je.” Ik denk niet dat hij overdrijft. Iedere Kameroenees kent
wel een verhaal van iemand die in elkaar
is geslagen of zelfs vermoord, nadat ze iets gestolen hadden of een ongeluk
veroorzaakten.
De schuldige chauffeur, inclusief al zijn
passagiers, schreeuwen dat het de eigen schuld is van onze chauffeur. Ook mijn
medepassagiers mengen zich in de discussie. Net voor de brug, we reden naast
elkaar, sneed de bestuurder van de andere auto ons plotseling af. De bumper
ligt er aan de voorkant helemaal af. Het
was in mijn ogen overduidelijk de schuld van de andere auto. Maar ik houd me veilig
afzijdig. “Ahsia” zegt één van de agenten tegen me, sorry voor het oponthoud.
Na een uur debatteren en ‘hoge-school’ bemiddeling
van de Gendarmerie, bedaren de partijen wat. De andere chauffeur bekent min of
meer schuld. Hij kan nu echter niet betalen. We vervolgen onze weg. Het cassettebandje
speelt nog altijd kerkelijke muziek. Maar onze chauffeur ratelt z’n eigen
langspeelplaat nog weer een keertje af. “Ik ben Christen, maar als hij niet
binnen 24uur betaalt….”.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen