12 mei 2008

Het Wilde Westen of het echte Nieuw Zeeland?

In Rotorua komt de rotte eieren lucht je van alle kanten aanwaaien. Net het stadje ingereden keken Nicky en ik elkaar nog verwijtend aan. Maar na tien minuten realiseerden we ons dat niemand in staat is zo’n ongelofelijke scheet te laten.

Rotorua, zover ik weet de officieuze hoofdstad van de Maori’s, draait evenals de meeste stadjes hier op toerisme. Buiten het seizoen, zoals nu in de herfst, toont het zich als een uitgestorven wilde westen-stadje. De kroegen zijn open, maar alleen een paar barkrukken zijn bezet. De hostels zijn vrijwel leeg. We slapen bijna alleen in slaapzalen met 6 tot 10 bedden.

De hosteleigenares, zelf een Maori, weet ons te vertellen dat bijna alle grond in de stad in handen is van Maori’s. Ze verbaast zich over de weinige Maori’s die een hotel runnen. Wat mij opvalt is dat de Maori’s vooral het laaggeschoolde werk doen.

De plaatselijke Supermarkt


Rondom Rotorua ligt een aantal Maori dorpen. Entree 25 dollar, inclusief show. Het Efteling gehalte is hoog. Nicky en ik besluiten de binnenlanden in te rijden, ver weg van het toerisme.

Na ruim een uur rijden door uitgestrekte productiebossen slaan we af op zoek naar een supermarktje. Plotseling blijken we echt in Maoriland beland te zijn. Geen blanke te bekennen, Nieuw Zeelander, noch toerist. Bizar, maar waar, de voorzieningen ogen vervallen, de huizen als woningen in de afgelegen steden van communistisch Rusland. In elke achtertuin staat een halve auto, de jongeren op straat hebben een pet of muts op hun hoofd en de kindjes kijken verlegen naar de twee vreemdelingen. De straathonden banjeren rond door de verlaten straten. Zo nu en dan komt een oude auto langs scheuren, harde muziek schalt door de ramen. Eindelijk, zeggen we tegen elkaar, zien we een deel van het echte Nieuw Zeeland, zonder de toeristische opsmuk.

Maori land


De teller van m’n kleine Toyota staat inmiddels tegen de 5.000 kilometer aan. Bergpassen, mooie uitzichten over valleien, baaien met mooie, lege stranden, dichte bossen en veel schapen, dat is Nieuw Zeeland. Maar op het Noordereiland is de invloed van de mens veel meer merkbaar. De Maori’s zetten hier zo’n 1250 jaar geleden eerst voet aan wal. Ongeveer 1000 jaar eerst Abel Tasman heel eventjes en later de Engelsen onder leiding van de legendarische captain Cook.

Klimkabouter Nickmans!


We maken een prachtige wandeling door de dichte bossen van het aangrenzende nationale park. Het park is deels in handen van Maori’s. Her en der zien we dan ook borden verschijnen om vooral niet van het uitgezette wandelpad af te wijken. Terug in Rotorua horen we over het land dat de blanken ooit van de Maori’s hebben ‘ontvangen’. Tot de dag van vandaag (meer dan 150 jaar later) zijn juridische gevechten gaande.

Strand bij de Bay of Isles in het uiterste noorden

Misschien helaas, maar zelfs dit prachtige land, ver van de problemen van de rest van de wereld, vol met vriendelijke en ontspannen mensen en een onuitputtelijke voorraad natuurlijke hulpbronnen, is niet zonder problemen. Maar een toeristenparadijs blijft het!

PS. voor meer spannende actiefoto's en leuke reisverhalen, check de blog van Nicky.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten